De alpensteenbok

Door Peter Klaver, dierenarts Artis.

Steenbokken in het wild in de Alpen

Tijdens de wintersport in de Alpen is het mogelijk om gemzen te zien, maar steenbokken is een zeldzaamheid.

De alpensteenbok komt in het wild voor in de Alpen. In Europa komen nog drie andere ondersoorten van C. ibex voor: de Spaanse steenbok, de wilde geit van Kreta en de Kaukasische steenbok.

Vorige eeuw bijna uitgestorven

In de Alpen was de steenbok aan het begin van de vorige eeuw bijna uitgestorven. De dieren werden intensief bejaagd omdat aan de haarballen in hun pens (bezoarstenen) een geneeskrachtige werking werd toegekend.

Er kwamen nog ongeveer 50 dieren voor in het Gran Paradiso Park in ItaliA- A. Hier werden de dieren beschermd verklaard door koning Victor Emanuel van ItaliA- A en kon de populatie zich weer uitbreiden. Nu zijn er in het wild ongeveer 20.000 dieren, daarnaast worden ze ook in dierentuinen gefokt.

De vrouwelijke steenbok weegt ongeveer 55 kg, het mannetje wordt twee keer zo zwaar. Steenbokken zijn veel groter en zwaarder dan gemzen en moeflons, die in dezelfde streken voorkomen. De mannetjes onderscheiden zich bovendien door de A zeer lange hoorns, krom naar achteren groeiend: er worden wel lengtes van meer dan 1 meter beschreven. De vrouwtjes hebben ook hoorns, maar deze worden niet groot. De hoorngroei begint op een leeftijd van 3 tot 6 maanden.

Kuddedieren

Steenbokken leven in groepen leven van 10 a 30 dieren, de bokken en geiten ieder in aparte kuddes. De bokken kunnen onderling hevig vechten gedurende de bronsttijd in december/januari. Na de paartijd verlaten de bokken de vrouwengroep weer. De jongen worden in juni of juli geboren, meestal 1 jong, soms ook wel 2. De jongen lopen net als andere herkauwers direct na de geboorte met de kudde mee. Ze worden gezoogd tot een leeftijd van 6 maanden.

De dieren leven in het wild boven de boomgrens en onder de eeuwige sneeuwgrens, ongeveer van 2300 tot 3200 meter. In de zomer leven ze van grassen en kruiden, in de winter eten ze knoppen en twijgjes van struiken of laaggroeiende bomen. Ook krabben ze de sneeuw weg om korstmossen te zoeken.

Steenbokken in Artis

Steenbokken waren al sinds 1872 in Artis. Ze worden momenteel gehouden op een kunstmatige rots (de zogenaamde Bokkenrots) met een gracht gevuld met water eromheen. Vroeger zaten de dieren in een verblijf met een hoog hek maar het bleek dat geen hek hoog genoeg is, zo hoog kunnen deze dieren springen. Het volwassen mannetje is een keer over de (toen droge) gracht gesprongen en liet zich zelfs door hekken en bebouwing niet weerhouden. Uiteindelijk is hij in de Hortus met een verdovingspijl geraakt en kon daarna weer naar huis teruggebracht worden.

Op de bokkenrots zijn gemiddeld tien dieren aanwezig, waaronder een volwassen man, verder vrouwtjes en jongen. De jongen worden net als in het wild meestal in juni geboren. De man wordt eens in de paar jaar vervangen door een dier uit een andere dierentuin, om inteelt te voorkomen. Er worden regelmatig dieren afgevoerd naar andere dierentuinen en ook naar voor ¨uitzettingsproject¨ in Oostenrijk, waar de dieren na een gewenningsperiode los gelaten worden in de Alpen.