Hartaandoeningen bij hond en kat Door dierenartsen Sjoerd van der Wardt en Peter Klaver
Geen gewone spier
Het hart, een grote, bijzondere spier, is de pomp van het lichaam. Bloed wordt weggepompt naar alle organen, komt daarvandaan terug bij het hart om naar de longen gestuurd te worden, en wordt daarna weer door het hart naar de rest van het lichaam gestuurd. Kort gezegd zorgt het rechter gedeelte van het hart ervoor dat het bloed in de longen komt en daar zuurstof opneemt, en het linker gedeelte dat dit bloed in de rest van het lichaam terechtkomt. Kleppen zorgen ervoor dat het bloed maar in één richting kan stromen. Er zitten kleppen in het hart en er zitten kleppen in de aders, die het bloed van de organen terug naar het hart voeren.
Voor de hoeveelheid bloed die per minuut rondgepompt wordt, zijn de volgende dingen van belang: het aantal hartslagen, de kracht en de hoeveelheid bloed die per slag weggepompt wordt, maar ook de weerstand die het bloed op zijn weg ondervindt.
Ieder z'n eigen probleem
Honden hebben andere hartproblemen dan katten. Honden hebben meestal een afwijking aan de hartkleppen of aan de hartspier, terwijl het bij katten vrijwel altijd een afwijking aan de hartspier is. Bij zowel honden als katten komen hartaandoeningen meestal pas op latere leeftijd voor (behalve de aangeboren afwijkingen).
Honden
Honden hebben het probleem dat de pompwerking van het hart links en/of rechts verminderd is. Met andere woorden: de kracht van de hartslag is afgenomen. Het hart kan het werk niet meer aan; in de (dier)geneeskunde spreekt men dan van decompensatio cordis. Bloed met zuurstof wordt minder krachtig rondgepompt, en het duurt langer voor er weer nieuw zuurstof in het bloed kan komen. Dit geeft koude oren en poten, vermoeidheid en bleekheid van de slijmvliezen, zoals de tong. Via een ingewikkeld mechanisme zorgt het lichaam ervoor dat er te veel water en zout wordt vastgehouden. Dit hoopt zich op in de buik of in de borst. Dit heeft een opgezette buik, benauwdheid en/of hoesten tot gevolg. De eetlust neemt af en de hond wordt magerder. Hij kan pijn hebben bij het ademhalen.
De oorzaken liggen over het algemeen in het hart. Mogelijke oorzaken zijn aandoeningen aan de hartkleppen, de hartspier of het hartzakje dat om het hart heen zit. Er zijn ook bepaalde (sub)tropische wormen die in het hart kunnen kruipen, bijvoorbeeld opgelopen op een vakantie in Zuid- Europa. Tumoren kunnen ook in het hart voorkomen en daar voor problemen zorgen.
De dierenarts kan met behulp van verschillende onderzoeken, waaronder de rõntgenfoto, uitmaken of een hond aan decompensatio cordis lijdt. Een ECG (hartfilmpje) wordt ook vaak gemaakt.
De behandeling bestaat uit medicijnen, niet teveel beweging, afvallen van te dikke honden en soms een operatie. Bepaalde medicijnen die voorgeschreven worden, zorgen ervoor dat het vocht uit de buik en borst wordt verwijderd. Andere zorgen ervoor dat het hart weer wat sterker wordt, dat het hart rustig blijft of dat de bloedvaten wijder open gaan staan (minder weerstand). Om te zorgen dat de hond wat minder benauwd wordt, kan de dierenarts medicijnen voorschrijven die de luchtwegen open zetten.
Katten
Katten hebben vooral last van cardiomyopathie, een aandoening van de hartspier. Meestal heeft dit tot gevolg dat de hartspier te dik wordt. Soms wordt hij alleen maar slapper. Dit kan verschillende oorzaken hebben, zoals een aandoening van de schildklier of het langdurig gevoerd zijn met niet-compleet (katten)voer. Vaak ook is de oorzaak niet meer te achterhalen. Bij katten zorgt deze aandoening vaak voor een ophoping van vocht in de borstkas. Dit maakt de kat benauwd en ook zal hij snel moe zijn. Verder zal hij minder eetlust hebben en een slappe indruk maken. Sommige katten kunnen flauwvallen.
Sommige katten hebben de vervelende bijkomstigheid dat er bloedproppen in de slagaders kunnen komen. Deze lopen dan vaak vast in één van de achterpoten en zorgen daar voor afsluiting van de slagader van die achterpoot. De kat kan pijn hebben aan die poot, maar het kan ook zijn dat hij verlamd is.
De dierenarts zal vaak een rõntgenfoto van het hart maken om de diagnose cardiomyopathie te stellen. Er kan ook een hartfilmpje (ECG) of een echo gemaakt worden. Ook zal er gezocht worden naar de oorzaak van de cardiomyopathie. Als de oorzaak gevonden wordt, wordt deze natuurlijk behandeld. Maar zoals eerder vermeld, wordt de oorzaak meestal niet gevonden.
De cardiomyopathie zelf wordt behandeld met verschillende medicijnen: het bloed mag niet te dik worden, het hart moet rustig blijven en het vocht moet uit de borstkas. De behandeling zal vaak levenslang zijn.
Lekker zoutarm dieet
Voor zowel honden als katten geldt, dat de eetlust is afgenomen. We moeten ze dus weer aan het eten krijgen met een lekker voer. Om te voorkomen dat er weer vocht in de borst- of buikholte komt, mag er niet veel zout in dit dieet zitten. Bij de dierenarts kunt U een lekker, zoutarm dieet verkrijgen.